De Vier Nobele Waarheden
De essentie van de Leer van de Boeddha draait om de Vier Nobele Waarheden: leed, de oorzaak van leed, het ophouden van leed en de weg tot het doen ophouden van leed ofwel het Achtvoudige Pad. Ze worden nobel genoemd omdat dit de waarheden zijn die door mensen met een nobel (en niet persé edel) hart gezien en erkend worden als de weg tot hoger innerlijk geluk en de bevrijding (Nibbana). Een gedetailleerde uitleg treft u aan in onze uitgave: Handboek over de Vier Nobele Waarheden van Ledi Sayadaw, een beroemde Meditatiemeester uit Myanmar.
De ware objecten voor respect en eerbied
Er zijn zes ‘objecten’ die ons respect verdienen:

- De Mededogende Meester van de mensheid, de Boeddha,
- Zijn Leer ofwel de Dhamma
- Zijn Nobele Discipelen ofwel de Sangha
- De Training om de bevrijding van het denken te bereiken ofwel sikkhāya
- De prijzenswaardige eigenschap van indringende aandacht en ijver, ofwel appamāda)
- De hoogstaande eigenschap van vriendelijkheid en gastvrijheid, ofwel paṭisanthāre.
Deze handhouding (moedda of moedra) noemen we añjali en is een kenmerkende Aziatische uiting van respect. Deze wordt ook gebruikt als een vorm van begroeting. De ellebogen zijn dicht bij de zij, de hoogte van de handen bepaalt het object: voor de borst is een vorm van begroeting, duimen tegen de kin is voor mensen die we zeer hoog achten, bijvoorbeeld onze ouders, monniken enz., de duimen tussen de wenkbrauwen voor de bovenstaande objecten van eerbied en respect.
Volijver, Helder Begrip en Achtzaamheid
In de Satipatthāna Sutta geeft de Boeddha aan dat we volijverig, met helder begrip en achtzaamheid (sati) moeten zijn in de beoefening van Dhamma willen we succesvol zijn, vooruitgang boeken op het Nobele Achtvoudige Pad en Nibbāna verwerkelijken. Een uitvoerige uitleg hierover vindt u in onze uitgave: De Grondslagen voor Achtzaamheid.